Zo’n twee weken geleden verschijnt er ineens een malawiaans mannetje in mijn kantoor met een felgeel hesje. Er verschijnt een vraagteken boven mijn hoofd, maar Patricio introduceert hem als een officiele volksteller. Op dit moment is er in Malawi een volkstelling aan de gang. Een manier om te tellen, maar ook andere informatie van de huidige inwoners van Malawi te krijgen.
Ok, ik ben er klaar voor. Hij ontvouwt een A3 papier wat eruit ziet als een Cito-formulier.
Woon je in een huis? –Ja
Heeft je huis een dak? – Ja
Waar is het dak van gemaakt?- riet
Waar zijn de muren van gemaakt? – bakstenen
Gebakken bakstenen? – Ja
En de vloer? – Cement
Heb je een toilet? Ja
Wat voor een? – een flush toilet
Heb je een radio? – Nee
Heb je een televisie? – Nee
Heb je een koelkast? – Ja
Heb je water? – Ja
En mijn favoriete vraag:
Heb je problemen met je ogen of benen? (en elke andere ziekte of probleem wordt niet interessant gevonden voor de census).
En dan nog veeeeel meer! Voelde me wel heel speciaal, deed me een beetje denken aan Maria en Jozef, daar was toch ook iets mee met een volkstelling? Moesten ze daarom niet in de schuur slapen? Ja, op de vraag welke religie ik aanhang, kon ik het dan ook niet over mijn hart verkijgen om te zeggen: ‘een beetje van alles’.
En ook het hele ‘wel-samenwondend-maar-niet-getrouwd’ was geen optie.
Vandaar dat we nu in de boeken staan als een stel, zeven jaar getrouwd en christelijk.
26.6.08
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten